• Clubhistorie

     

    Kampioenschap EVV

    FC Eindhoven komt voort uit het roemruchte EVV Eindhoven, opgericht in 1909. Een jubileum dat in 2009 groots is gevierd. Sinds de jaren tachtig bestaan er een prof- en een amateurtak van EVV. De Betaald Voetbal Organisatie (BVO) ging een aantal jaren later verder onder de naam FC Eindhoven, de amateurs als Eindhoven AV. 

    In 2013 hebben ook de amateurs de naam FC aangenomen. Om daarmee de verbondenheid en samenwerking tussen de twee te benadrukken. Een bijzondere algemene ledenvergadering van de vereniging stemde daarmee in op 13 juni 2013. 

    In 2009 bestaat EVV Eindhoven 100 jaar; Het ontstaan van de oudste Eindhovense club.
    De oprichtingsvergadering in 1909
    Het was in een zekere opgewonden en nerveuze stemming dat diverse bezadigde heren, getooid met voor die dagen zo tekenende bolhoed, zich ter vergadering begaven, welke belegd was in de achterzaal van Mejuffrouw de Weduwe Gersten. De vergadering zou "prompt" kwart na acht geopend worden en ieder wilde op tijd aanwezig zijn, gezien de belangrijke beslissingen die op het programma stonden.

    Vanwaar deze, voor die tijd, zo’n ongewone nerveuze stemming zult U vragen. Wel het ging niet goed met de voetballerij in Eindhoven. Dit was door verschillende voortvarende Heren, onder het proeven van hun "oude" reeds herhaaldelijk betoogd en de oorzaak moet gelegen hebben in de nadelige versnippering, waarin deze sport in verenigingsverband beoefend werd. Er moest samenwerking komen en door enkelen werd zelfs het gevaarlijke woord "fusie" geopperd. In ieder geval diende er iets te gebeuren, want beiden verenigingen welke Eindhoven dus kende, hadden tot dan toe weinig gepresteerd.

    En nu stond het dan te gebeuren! Op initiatief van de Heren H. Hiemstra en A. Cupery was tenslotte deze vergadering belegd. Door beide bestaande verenigingen was reeds van voren afzonderlijk vergaderd, maar van genomen besluiten tastte men nog in het onzekere.
    Begrijpt U de opgewondenheid van deze Heren?

    Als dan de torenklok van de Catharinakerk de klokslag van kwart over acht laat horen, opent de Heer Hiemstra de vergadering met wel overwogen woorden, waarin de huidige situatie wordt geschilderd en waarin hij doet uitkomen, dat de prestaties opgevoerd moeten worden, wil Eindhoven niet een schandelijk figuur slaan tegenover goed florerende clubs uit andere plaatsen, speciaal die in het westen gelegen. Dit alles ter inleiding van het eerste agendapunt: "Het tot stand komen van enen combinatie tussen Sparta en Eindhovia".

    En of nu de welsprekendheid van de Heer Hiemstra of de noodzaak bij de 32 aanwezige Heren reeds van te voren vaststond, zal wel steeds een geheim blijven, maar feit is, dat op deze gedenkwaardige datum, 16 november 1909, tot oprichting van een nieuwe vereniging werd over gegaan. Maar zoals het meermalen, na een voorspoedige geboorte het geval is, wat zou de naam worden van het borelingske?

    De Heer Hiemstra had het koud en nuchter door de zaal doen klinken: "En nu is aan de orde de naam van de nieuwe vereniging". Enkele Heren, nog steeds onder de indruk van de hooggestemde rede des Heren Hiemstra over eensgezindheid en samenwerking, meenden dat de naam "Concordia" het best op zijn plaats zou zijn, omdat dit Latijnse woord immers eensgezindheid of eendracht betekent.

    Misschien hebben deze Heren in hun hoofden horen gonzen: "Concordia rea parvae crescunt", hetwelk betekent "Door eendracht worden kleine dingen groot", niet vermoedend dat deze woorden eens werkelijkheid zouden worden in hun pas opgerichte vereniging.

    Andere, meer prozaïsch ingestelde Heren zagen liever de naam E.V.V., de afkorting van Eindhovense Voetbal Vereniging, omdat zij hierin meer het stedelijke en plaatselijke zagen uitgedrukt. Men ging tot stemming over en het bleek, dat het prozaïsch ingestelde gedeelte van de vergadering het pleit gewonnen had. De naam zou worden: Eindhovense Voetbal Vereniging afgekort tot E.V.V.

    Het derde punt van de vergadering luidde: Het kiezen van een Bestuur. Om nu alles vanaf het begin goed op poten te zetten stelde de Heer Hiemstra voor, om over te gaan tot het benoemen van een stembureau, waarvoor de keuze viel op de Heren A. Stoot, Fr. Caron en H. van Lieshout. Hoe consciëntieus en nauwgezet deze Heren hun taak hebben opgevat blijkt wel uit het compliment dat zij krijgen in onze eerste notulen: Genoemde Heren hebben zich uitmuntend van hun taak gekweten!

    Op de eerste plaats diende er een voorzitter te komen, of zoals het toen heette een president.
    De heer H. Hiemstra ontving als dank voor zijn spontane rede 26 van de 32 stemmen en werd hiermede benoemd uit een keuze van drie kandidaten nl. de Heren H. Hiemstra, C. de Haan en A. Cupery. Tot vice-president werd gekozen de Heer C. de Haan met 24 stemmen, terwijl de Heer A. Cupery en M. v. d. Somme ieder twee stemmen verwierven, terwijl een blanco stem werd uitgebracht. De Heer H. Barette werd vervolgens tot secretaris en de Heer J. Wijn tot penningmeester benoemd.

    Veel herrie ontstond er dan over het aanwijzen van de commissarissen, de technische commissie zouden wij zeggen. Maar na veel stemmen en herstemmen en nadat de weduwe Gersten de glazen nog eens gevuld had, werden uiteindelijk aangewezen de Heren M. v.d. Somme, H. de Haan en W van Bakel. Het eerste elftal kreeg vervolgens nog een eerste en tweede "captain" aangewezen: de Heren A. Cupery en H. van Heyst. In de eerste vergadering werden verder de namen genoemd van de Heren Hubar en M.C. van Agt, welke voor bestuursfuncties naar voren werden gebracht. Vooral de Heer A. Cupery schijnt zich in een zeer hoge populariteit te hebben verheugd, want hij werd bij acclamatie tot eerste captain benoemd, daar, zoals de eerste secretaris het uitdrukte, "hem heel de vereniging kende als de ware man op de ware plaats".

    Tenslotte werd tot commissaris van materieel na enige discussie gekozen de Heer H. van Lieshout, die na enige bezwaren opgegeven te hebben, tenslotte onder de vastgestelde voorwaarden deze benoeming aanvaardde.

    Onder de druk van al deze gewichtige besluiten, heeft de Heer Hiemstra, die inmiddels met zijn medebestuurders achter de groene tafel had plaats genomen, tot besluit de vergadering als volgt toegesproken: "Ik spreek de wens uit, dat de nieuwe vereniging zal samenwerken om te krijgen eenen club, die voor geen enkele andere behoeft onder te doen wat betreft spelqualiteit en financiële zijde". Hij beloofde verder dat het Bestuur alles zou doen wat in hun vermogen lag, om de nieuwe vereniging tot hoge bloei te brengen. Deze woorden werden met een "Lang zal zij leven" door de leden begroet, waarna de Voorzitter de vergadering sloot.